Ferrari Cup R11: Mugello
De Formule 1 race op dit circuit gaf afgelopen seizoen vooral veel spektakel. Dat zou met de Ferrari ook kunnen, maar het doel van Exclusive Racing Series is toch dat iedereen heelhuids over de finish komt na 45 minuten racen.
Na de kwalificatie bleek dat de top 3 erg dicht op elkaar zat. Raymond Makkus reed naar pole met een 1.45.293; daarachter was het Luc Servais (1.45.544) die de eerste startrij compleet maakte. Dennis Berends (1.45.612) en Piet Smeitink (1.45.788) vulden samen de tweede startrij.
Na enkele laps nam de top 4 (in ongewijzigde volgorde) iets afstand. Erwin Muskens en Dave de Bruin volgden op 4 a 5 seconde en daarachter waren de broeders Bouma samen op jacht naar Gianni Lagast. In het middenveld was het spannend tussen Johan van Doren, Bert Philippi, Robert Bakker en Siete van Seijen (3 auto’s breed door bocht 1!).
Na 10 laps hadden Makkus en Servais een gat van 5 sec geslagen naar Smeitink die Berends voorbij was.
De rode lantaarn werd gedragen door rookie Tom Rozema die helaas een abonnement had op de pitstraat. Ook Tim de Ruig bevond zich in het achterveld. Van hem valt nog te vermelden dat hij de kwalificatie maar deels kon rijden, omdat hij een printplaat in zijn pedalen moest vervangen. In lap 13 sloeg het noodlot toe voor Golden Oldie Cor van der Kreeke door een crashende pc. Hetzelfde gebeurde Erwin Muskens en Bert Philippi.
Piet Smeitink pitte eerder dan de top 2 en dat zorgde er mogelijk voor dat hij met de verse bandjes wat ‘Hammertime’ laps kon rijden en daardoor op P1 kwam tijdens de stops van Makkus en Servais. In de laatste rondes kon Makkus hem nog verschalken, zodat laatstgenoemde op de bovenste trede van het ereschavot mocht plaatsnemen. Smeitink dus P2 en zeer kort daarop Servais.